Nederland is wereldwijd pionier op het gebied van puberteitsremmers voor transgender jongeren. Maar de laatste jaren krabbelen sommige landen terug met het aanbieden ervan, uit zorgen voor de langetermijneffecten, te midden van fel politiek debat. Waarom heeft dat in Nederland niet tot gelijke controverse geleid?
Ik sprak afgelopen maanden alle Nederlandse instellingen die puberteitsremmers aanbieden, psychologen en een trans meisje met haar moeder, en kreeg een goed beeld van wat het ‘Dutch protocol’ precies inhoudt. Het lijkt erop dat andere landen weliswaar Nederland volgden, maar niet altijd zo voorzichtig te werk gaan.
Transgenderzorg is inmiddels ook politiek geladen. Verhelderend vind ik daarom de opmerking van Hedi L. Claahsen – van der Grinten (Radboudumc): „Je kunt het van twee kanten aanvliegen. Er is weinig bekend, dus we stoppen ermee, of: we zien dat puberteitsremmers een selecte groep mensen helpen, dus onder de juiste voorwaarden bieden we ze aan.”
Ik ben dankbaar voor de ruimte afgelopen weekend in het Wetenschapskatern van NRC, de mooie fotografie van Annabel Oosteweeghel en alle bijdragen van de (ervarings)deskundigen, ook die niet in het artikel zijn genoemd, die het mogelijk maakten hier een afgewogen verhaal van te maken en de discussie een stap verder te brengen.