De wachtlijsten in de transgenderzorg blijven groeien, ondanks flinke uitbreiding van het zorgaanbod. Maar het aantal behandelplekken alsmaar verder uitbreiden is niet de enige oplossing, zeggen een hoogleraar en klinisch psycholoog, in een gesprek dat ik met hen had voor NRC. De twee onderzoeken in opdracht van het ministerie de stijging van de vraag naar transgenderzorg.
„Het is niet genoeg om alleen maar een blik psychologen open te trekken, want we begrijpen te weinig over waar deze stijging vandaan komt”, zegt Chris Verhaak, klinisch psycholoog bij de genderpoli van het Radboudumc in Nijmegen. Voor een deel van de groep die zich nu aanmeldt vraagt ze zich af of „antwoorden in de medische zorg liggen”. Begin dit jaar stonden 7.700 mensen op de wachtlijst bij ziekenhuizen en ggz-instellingen. Drie jaar eerder waren dat er 2.500.
Enny Das, hoogleraar communicatie en beïnvloeding aan de Radboud Universiteit: „Als de huisarts zegt dat vragen over gender te ingewikkeld zijn, als de maatschappij het genderthema van zich afduwt, dan is het niet gek dat de trechter bij specialistische centra verstopt raakt.”
De helft van de jongeren bij de genderpoli heeft ook andere problematiek, zoals een lastige thuissituatie, autisme of trauma, maar die problemen worden zelden samen met de gendervraag behandeld, zegt Verhaak.